De Toonklok van Peter Schat  in jazz en geïmproviseerde muziek, door Theo Hoogstins.  hoofdstuk 7
    SEASALT

    Modules

      nr 1                          nr 2                         nr 3                      nr 4

    Seasalt is het eerste gedicht van de bundel "The Brooklyn Branding Parlors" van James Purdy, en is ook de opening van de liederen cyclus. De melodie is gebaseerd op het vijfde uur van de toonklok, een uur waarvoor ik een bijzondere voorliefde schijn te hebben. Niet alleen in mijn composities maar ook in mijn bassolo's speel ik vaak het vijfde uur. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het getal vijf, dat een zeer prominente rol heeft in mijn leven. Mijn geboorte datum is bijvoorbeeld 25-05-1955, en als je het getal uitrekent dat bij me hoort kom je ook op 5. Dit getal word verkregen door alle cijfers van de geboortedatum bij elkaar op te tellen: 2+5+5+1+9+5+5=23 en 2+3=5. Laatst kocht ik een staatslot eindigend op 25, en ik won daar 2 prijzen op: 25 gulden en 50 gulden! Maar die voorliefde voor het vijfde uur kan natuurlijk ook komen door de bijzondere kleur van dit uur, die zijn oorsprong vindt in de verminderde kwinten en de chromatiek. Het karakter van dit uur kan het best omschreven worden als spannend en enigszins melancholiek. In de eerste vier maten van seasalt is al te zien hoe belangrijk de verminderde kwint is in de melodie:

    De vier triades die de basis vormen van deze melodie zijn:

    Bovenaan dit artikel staan de vier modules van de toonklok afgebeeld die de basis van het materiaal voor deze compositie zijn. Deze vier triades zijn afgebeeld in module nr 1. De volgorde van de noten in de melodie is niet zo strikt georganiseerd  als in het voorbeeld hierboven,  maar de triades verschijnen in cellen, waarbinnen de volgorde van de noten kan variëren. De begeleiding van drie saxen volgt een ander ritmisch patroon, en is gebaseerd op het zevende uur:

     Dit uur is afgebeeld in module 2. In de vierde maat spelen de bariton sax en de contrabas een figuur die bestaat uit grote tertsen die chromatisch dalen. Deze combinatie van intervallen (grote tertsen en kleine secundes) wordt gevonden op het vierde uur van de toonklok, en dit uur is dan ook de basis van de begeleiding achter de sopraan sax solo. De contrabas speelt een patroon ontleend aan het negende uur (reine kwarten en kwinten), gestuurd door het tiende uur, als afgebeeld in module nr 3. De saxen spelen ritmische accenten in triades van het vierde uur, afgebeeld in module nr 4.