De Toonklok van
Peter Schat in jazz en geïmproviseerde muziek, door Theo Hoogstins.
hoofdstuk 4
Complementaire harmonieën
Doordat ieder uur is opgebouwd uit dezelfde intervallen, klinken de
complementaire drieklanken in combinatie met elkaar zeer consistent. Ieder
uur vertegenwoordigt zijn eigen kleur en in zijn geheel kan het klankresultaat
van de toonklok omschreven worden als een soort schilderspalet met 12 verschillende
klankkleuren. Hierdoor kan bijvoorbeeld een plotselinge verandering van
sfeer gerealiseerd worden door van het ene naar het andere uur over te
gaan. Het meest kenmerkende van de werkwijze met de toonklok is het ontstaan
van een zeer eigentijds geluid, waarin geen tooncentrum herkenbaar is,
zonder dat dit gegeven vervreemdend overkomt. Ook melodische lijnen, al
dan niet gebaseerd op een 12-toons reeks, blijven op verrassende wijze
herkenbaar, en worden vaak zelfs ondersteund door de toonklokharmonieën.
La Riviere Souterraine is een compositie die ik met behulp van de toonklok
heb gecomponeerd. Het is een impressie op een ondergrondse rivier, vlakbij
Foix in Zuid Frankrijk. Vanuit een verstillende opening door een eenzame
trompet groeit het stuk aan in orkestratie en dynamiek tot een uitbarsting
van geluid in maat 26. Daarna hoor je het geluid wegsterven en weerkaatsen
in de grotten.
Bekijken we het stuk vanuit de toonklok, dan zien we dat in
maat 26 uur XI is toegepast: een basfiguur met een Emineur-karakter, met
daaroverheen de complementaire drieklanken: Asmajeur
Fismineur Besmajeur
Het laatste akkoord van maat 26 (B-C#-G) zet een reeks van 8 drieklanken
in van uur VIII, die ook weer complementair zijn.
In maat 21 tot en met 25 heb ik de langzame gedragen melodie vierstemmig
geharmoniseerd. Deze vierklanken kunnen beschouwd worden als een combinatie
van de uren VII en IX, maar zijn feitelijk complementaire vierklanken die
er in een diagram alsvolgt uit zien:
Om vast te kunnen stellen
door welk uur deze vierklanken worden gestuurd, moeten we ze eerst in dezelfde
ligging noteren:
We kunnen nu vaststellen dat deze vierklanken worden gestuurd
door het twaalfde uur (grote tertsen), de open noten geven de sturing aan.
In deze sturing zijn alle vier drieklanken van het twaalfde uur vertegenwoordigd.
Als we de eerste noot van iedere drieklank achter elkaar zetten krijgen
we de sturing op het tweede nivo. Deze noten zijn C-B-D-F . We zagen eerder
dat het twaalfde uur gestuurd wordt door het eerste uur. Het kan echter
ook door andere uren worden gestuurd, maar dit levert altijd dezelfde vier
drieklanken op. Als we de laatste noot van deze sturing op het tweede nivo
veranderen in de noot die het dichtst bij de anderen ligt, dan krijgen
we C-B-D-Des, wat het BACH motief is, een hele toon omhoog getransponeerd.
In "La Riviere Souterraine" heb ik gekozen voor vrije improvisaties,
met de beperking dat de musici de opdracht kregen het melodische materiaal
uit de compositie te verwerken in hun improvisatie, wat verrassende resultaten
opleverde, in het bijzonder in de pianosolo van Jan Jongbloed op de CD
"Ear Opener". Een andere mogelijkheid is om te soleren over harmonische
structuren die zijn afgeleid van de toonklok.